Jan in de jaren veertig
1935:Jan met broer Han en zus Henriette
1996: Jan in zijn atelier op Texel
Ze keek me guitig en geheimzinnig aan en ging toen soepel en traag de trap op. De zoom van haar rok hoorde ik langs haar kousen knisperen. Ineens schoot ik langs de trap met haar mee en greep tussen de spijlen, net onder die bronzen klok door, de naaldhak van haar linkerschoen vast.
Als antwoord liet hij een paar harde trompetterende scheten die ik door de stof van zijn broek en de mijne heen warm tegen mijn huid meende te voelen opbollen. Een zoetzure stank van bedorven stoofperen in aspic drong mijn neus binnen en ik voelde m’n maaginhoud omhoogkomen.
‘Doe niet zo vies’, bracht ik eruit met een vertrokken gezicht.
‘Jij doet vies, jongmens,’ perste hij eruit. ‘Je bent veel te zwaar. Ga ogenblikkelijk van mijn body.’
‘Je schiet even je kamerjas aan over je blote velletje en dan trippel je snel naar boven, gooit hem uit over een stoel en na een kwartiertje trek je hem weer aan en loop je frank en vrij naar beneden, met het trotse gevoel dat de muze van de schilderkunst je voor eeuwig dankbaar is. Zo simpel is dat.’
‘En als onze oude geleerde nou eens niet slaapt als een roos maar zo wakker is als een goudvis en door het dolle heen raakt, want het is waarschijnlijk iets dat hij in geen vijftig jaar gezien heeft. Misschien windt het hem wel zo op dat hij er in blijft en dat wil ik beslist niet op m’n geweten hebben.’
‘Een zachte dood,’ zei ik.
De mens moet doodgaan voor de kunstenaar leeft. Anna samen met die dode grijsaard. Mooier en indrukwekkender kon het bijna niet. Nooit van mijn leven zou ik de kans meer krijgen om zoiets te zien en te tekenen. Een dode oude man en een zwangere vrouw.
'De hoofdzaak van Brandende liefde is dat het een hiaatloos verhaal is, en dat het een raadselachtige nasmaak achterlaat; niet in het bijzonder de herinneringen aan afzonderlijke gebeurtenissen, maar een residu, een ongrijpbare rest, een kleur en een mist, zoals die ook van dromen of de film van de vorige avond blijven hangen' - H.J.A. Hofland
'Een zeldzaam expressieve kracht.' - De Morgen
'Grote spanning en emoties. Een van Wolkers' beste romans.' -Algemeen Dagblad
Fragment uit interview met Hella S.Haasse uit Tijd bestaat niet - leven en werk van Jan Wolkers - Schrijversprentenboek 38, 1996:
Haasse: 'Er is bij jou op een indrukwekkende manier sprake van een dubbeltalent: beeldend kunstenaar en schrijver. Op het eerste gezicht lijkt dat heel complex. Maar het komt eigenlijk allemaal neer op een gedreven kijken. Tot je zesendertigste ben je alleen beeldend kunstenaar geweest. Daarna verscheen het ene boek na het andere. Had literatuur altijd al een belangrijke functie in je leven, voor je begon te publiceren?'
Wolkers: 'Als we thuis niet zo'n gereformeerd gezin waren geweest, was er nooit zo'n belangstelling bij me ontstaan voor het geschreven woord. Mijn familieleden kunnen ook heel goed vertellen en praten. Er is een soort aanleg, het zit in de genen.
(...)
Op school was ik al tegelijk aan het schrijven en aan het tekenen. Ik was daar koppig in, deed het allemaal op mijn eigen manier. Als we van die saaie landschapjes moesten tekenen, met zo'n glad gazon, precies binnen de lijntjes! dan zat ik, met mijn tongpunt tussen mijn tanden, grassprieten te krassen. 'Gras groeit recht omhoog!', zei ik, toen de onderwijzer er wat van zei.
(...)
Ik had bioloog willen worden. Die Ulo heb ik zelf getorpedeerd. Ik ging van school af, had allerlei baantjes, werd geconfronteerd met het harde leven. Ik heb me toen echt wel een poosje verloren gevoeld. Ik zag er ook heel extreem uit, had voor die tijd erg lang haar, droeg een echte plusfour-broek tot vlak onder de knie. En in de vuilnisbak van rijke mensen had ik een handvol vlinderdasjes gevonden, een beetje vergeeld. Die dasjes heb ik thuis gewassen, en die had ik dan om. Als ik met m'n vrienden over de Steenstraat in Leiden liep, zeiden ze: 'Daar loopt Lord Wanhoop.' Als er toen 'gangs' geweest waren, was ik vast in de gevangenis terechtgekomen. De interesse voor en het lezen van literatuur heeft me eigenlijk gered.'
In 2005 schreef Jan Wolkers het boekenweekgeschenk Zomerhitte. Dit verhaal speelt zich af op een zomers eiland in de Waddenzee, waar fotograaf Bob verstrikt raakt in een groot mysterie.
Zomerhitte is verfilmd door Monique van de Ven, Sophie Hilbrand en Waldemar Torenstra spelen hierin de hoofdrol.
Kijk op www.zomerhittedefilm.nl voor meer informatie over deze verfilming
Foto: Jan Wolkers in 1957, uit collectie Letterkundig Museum in Den Haag
Op het Jongerenliteratuurplein vind je informatie over boeken waar je jezelf in kunt herkennen of je over kunt verbazen.
Of je nu van spannende, waar gebeurde of romantische levens houdt, van verzonnen of historische werelden, op
vind je de nieuwste jongerenromans, Nederlandse en vertaalde literatuur, thrillers en chicklit.